Vandaag markeerde minister van SZW Karien van Gennip de start van het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten (Lexces). Per 1 juli 2022 is dit nieuwe expertisecentrum formeel in functie. De minister sprak bij de opening van het leed dat met beroepsziekten gepaard gaat en de noo..
Vandaag markeerde minister van SZW Karien van Gennip de start van het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten (Lexces). Per 1 juli 2022 is dit nieuwe expertisecentrum formeel in functie. De minister sprak bij de opening van het leed dat met beroepsziekten gepaard gaat en de noodzaak van actie: “De oprichting van Lexces is geen feestelijke gebeurtenis. Meer dan 4000 doden door ongevallen en beroepsziekten is veel en veel te veel. Achter elk cijfer zit iemand van vlees en bloed met familie. De inzet van Lexces is dat het voor hen die na de huidige slachtoffers komen beter wordt.”
Dit nieuwe kenniscentrum geeft een lang verwachte impuls aan het terugdringen van stoffengerelateerde beroepsziekten, enerzijds door kennis te ontwikkelen en te delen, anderzijds door te ondersteunen bij de uitvoering van de nieuwe tegemoetkomingsregeling.
Frederieke Schaafsma, hoofd Polikliniek Mens & Arbeid (PMA) bij het Amsterdam UMC en bijzonder hoogleraar Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, is een van de bestuursleden van Lexces. Zij was aanwezig bij de opening: “Goede gezondheidszorg voor werkenden staat voorop. En daar moet arbeids- en bedrijfsgeneeskunde aan bijdragen. Wij vinden dat niemand ziek mag worden door het werk, maar dat gebeurt nog wel. Met Lexces gaan we voor alle arbokerndisciplines kennis over gevaarlijke stoffen en werk vergroten, bundelen en verspreiden. Mijn oproep aan collega’s: pak die handschoen op en ga stáán voor preventie.”
Bestuur Lexces, vlnr: Roel Vermeulen (IRAS), Frederieke Schaafsma (PMA), Aafje van der Burght (RIVM), Jos Rooijackers (NKAL), Henk van der Molen (NCvB), Dick Heederik (IRAS, voorzitter).
Longaandoeningen, huidreacties, neurologische ziektes en verschillende soorten kanker. Dagelijks overlijden in Nederland mensen door het werken met gevaarlijke stoffen en gaan er meer dan honderdduizend gezonde levensjaren verloren. Denk bij gevaarlijke stoffen aan giftige lasdampen of asbest, maar ook aan ogenschijnlijk onschuldige schoonmaakmiddelen, houtstof, kleurstoffen en graanstof.
Vraagstukken rond causaliteit van beroepsziekten vragen om een multidisciplinair antwoord. De beoordeling van de samenhang tussen de blootstelling en de diagnostiek van een ziekte speelt daarbij een essentiële rol. Daarom brengt Lexces de Nederlandse expertise over stoffengerelateerde beroepsziekten bij elkaar in deskundigenpanels van medisch specialisten, bedrijfsartsen en arbeidshygiënisten. De NVAB richtte de speciale werkgroep ‘Stoffengerelateerde Beroepsziekten’ op voor afvaardiging naar de Lexces-deskundigenpanels en om de kennis over stoffengerelateerde beroepsziekten vanuit de arbeidsgeneeskundige praktijk te ontwikkelen en onderhouden.
Lexces moet hét kenniscentrum worden voor de preventie en beoordeling van beroepsziekten door gevaarlijke stoffen. Daarnaast gaat het kenniscentrum een belangrijke rol spelen in de nieuwe tegemoetkomingsregeling voor (ex-)werkenden die nu lijden aan een ernstige beroepsziekte, veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens het werk.
De commissie Heerts adviseerde om de kennisinfrastructuur op het terrein van stoffengerelateerde beroepsziekten te verbeteren en een algemene tegemoetkomingsregeling te introduceren voor (ex)werkenden die lijden aan een ernstige beroepsziekte doordat zij in hun werk zijn blootgesteld aan gevaarlijke stoffen.
Op verzoek van het ministerie van SZW is daarom Lexces geïnitieerd. Zo kunnen (ex-)werkenden, werkgevers en (behandelende) professionals elkaars kennis benutten, meer doen aan preventie en zieke (ex-)werknemers sneller helpen.
Bron: Lees origineel bericht
Binnen de International Labour Organization (ILO) spraken landen met elkaar af dat er nu vijf principes voor goed werk zijn:
geen kinderarbeid
geen discriminatie bij sollicitaties
geen gedwongen arbeid
het recht op vergadering en onderhandelen
het recht op gezond en veilig werk
De eerste vier afs..
Binnen de International Labour Organization (ILO) spraken landen met elkaar af dat er nu vijf principes voor goed werk zijn:
De eerste vier afspraken bestaan al langer. Het 5e principe is nieuw. Aanleiding is dat wereldwijd jaarlijks bijna drie miljoen mensen overlijden aan werkgerelateerde oorzaken en het productieverlies door verloren werkdagen dat oploopt tot bijna 4 proces van het jaarlijkse, wereldwijde GDP. Zowel vanuit menselijk als economisch perspectief zijn dit enorme verliezen. Met het oog op de gevaren die al jaren bestaan én nieuwe gevaren zoals COVID-19 en klimaatverandering, lopen deze getallen niet vanzelf terug. Daarom moet er wereldwijd meer aandacht komen voor gezond en veilig werk. De ILO zegt hun standaarden voor werkveiligheid en -gezondheid te updaten en nieuwe richtlijnen voor biologische, chemische en ergonomische gevaren op te gaan pakken.
Overheden, werkgevers en werknemers roept de ILO op te blijven investeren in veiligheid en gezondheid om het tij eindelijk te keren.
Lees de toespraak hierover van ILO directeur-generaal Guy Ryder (Engels), www.ilo.org
Bron: Lees origineel bericht
www.amsterdamumc.org – De helft van alle Nederlandse zwangere vrouwen werkt onder onveilige omstandigheden, waardoor zij risico lopen op complicaties (miskraam, vroeggeboorte, hoge bloeddruk). Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling Verloskunde van Amsterdam UMC. “Dit zijn geen individuele gevallen..
www.amsterdamumc.org – De helft van alle Nederlandse zwangere vrouwen werkt onder onveilige omstandigheden, waardoor zij risico lopen op complicaties (miskraam, vroeggeboorte, hoge bloeddruk). Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling Verloskunde van Amsterdam UMC. “Dit zijn geen individuele gevallen. Het is een serieus maatschappelijk probleem waar op korte termijn verandering in moet komen”, aldus bedrijfsarts Monique van Beukering, hoofdonderzoeker.
De resultaten van het onderzoek zijn opmerkelijk. Voor het onderzoek werd een groep van 269 gezonde zwangere vrouwen met een laag risico op complicaties gevolgd. De populatie was representatief voor de Nederlandse werkende zwangeren. Op verschillende momenten tijdens de zwangerschap zijn gedetailleerde gegevens verzameld over hun werkomstandigheden. De helft van deze gezonde zwangere vrouwen werkte in omstandigheden, die niet volgens de wettelijke regels en (medische) richtlijnen waren. Het gaat hierbij om fysiek belastend werk, stress, lange en onregelmatige werktijden, lawaai, contact met infectieziekten of chemische stoffen. Vooral vrouwen met een lager opleidingsniveau (tot MBO) lopen een risico op onveilige werkomstandigheden, net als vrouwen die werkzaam zijn in de zorg, het onderwijs, de kinderopvang, welzijn, de horeca, de industrie, de bouw en de schoonmaak. Zij lopen daardoor een hoger risico op een miskraam, of een kind dat te vroeg of te klein geboren wordt. Daarnaast hebben de vrouwen meer kans op een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap.
Van Beukering: "Uit onderzoek weten we dat lichamelijk belastend werk en lange werktijden de kans op bijvoorbeeld vroeggeboorte verhogen. Daarom zijn er richtlijnen en wetten opgesteld rondom zwangerschap en werk. Als zwangere vrouwen deze richtlijnen volgen, kunnen ze veilig doorwerken tot aan hun zwangerschapsverlof. Eerste stap is dan ook in kaart brengen welke risico's er op de werkplek zijn en welke maatregelen getroffen moeten worden. Zo bespreekt de bedrijfsarts in Amsterdam UMC dit altijd met de zwangere werknemer. Maar helaas gebeurt dat niet overal: uit het onderzoek blijkt dat maar 15% van de zwangeren goed wordt voorgelicht over de risico’s tijdens het werk. Het is de hoogste tijd dat daar verandering in komt."
Lees het volledige bericht op amsterdamumc.org
Bron: Lees origineel bericht
Centrum Werk Gezondheid en C-support ontwikkelden samen korte video’s en animaties met informatie over langdurige klachten na corona en bijvoorbeeld het gesprek met de bedrijfsarts daarover. Ook zijn er video's van werknemers en zelfstandig werkenden die hun verhaal vertellen en tips geven. En ..
Centrum Werk Gezondheid en C-support ontwikkelden samen korte video’s en animaties met informatie over langdurige klachten na corona en bijvoorbeeld het gesprek met de bedrijfsarts daarover. Ook zijn er video's van werknemers en zelfstandig werkenden die hun verhaal vertellen en tips geven. En deskundigen geven inzicht in energiemanagement, opbouw van werk bij Post-COVID syndroom en het verschil met burn-out.
De animaties bieden voor cliënten in eenvoudige taal handvatten hoe ze uit kunnen leggen wat PCS met ze doet en wat ze nodig hebben in het werk.
Bekijk de toolbox voor professionals: https://www.c-support.nu/toolbox-werk-en-long-covid/
En verwijs mensen naar de informatie voor patiënten op werkcovid19.nl/tools en www.c-support.nu/werk-en-long-covid/
De animaties en video’s zijn vrij beschikbaar voor iedereen om te delen.
Bron: Lees origineel bericht
Niemand mag ziek worden door het werk. En niemand die kan en wil werken, mag aan de kant komen te staan. Dit is onze missie die we in 2021 publiceerden in het ‘Missie, visie en strategie 2021-2025’-document. Voor jouw vereniging een belangrijk, richtinggevend document waaraan bestuur, commissies, we..
Niemand mag ziek worden door het werk. En niemand die kan en wil werken, mag aan de kant komen te staan. Dit is onze missie die we in 2021 publiceerden in het ‘Missie, visie en strategie 2021-2025’-document. Voor jouw vereniging een belangrijk, richtinggevend document waaraan bestuur, commissies, werkgroepen en bureau hun inzet steeds toetsen.
Voor het afgelopen jaar 2021 betekende dat, dat we opnieuw aandacht vroegen voor de adviezen van de Kwaliteitstafel Arbeids- en Verzekeringsgeneeskunde. Goed nieuws is dat de demissionaire minister SZW een eerste beleidsreactie naar de Tweede Kamer stuurde, ook namens de demissionaire minister voor Medische Zorg. Daarin geeft de minister aan dat SZW op basis van het advies van de Kwaliteitstafel drie scenario’s gaat verkennen ter voorbereiding van de besluitvorming door een nieuw kabinet:
Ook zijn we blij te zien dat de SZW Hoofdlijnennota Arbovisie 2040 goed aansluit op onze missie met de gekozen inzet, namelijk “in 2040 kunnen we zeggen ‘werken is gezond’ en de belasting en belastbaarheid van werkenden is meer in balans”. In 2022 verwachten we meer duidelijkheid over wat het ministerie met het Kwaliteitstafel gaat doen en verschijnt na advies van de SER ook de Arbovisie 2040!
Dit zijn slechts twee van de vele onderwerpen en activiteiten die de NVAB onder haar hoede had in 2021. Zo waren er ook ledenbijeenkomsten – weer op locatie! –, de eerste versie van het BAR-instrument, zetten we in op het eenvoudiger maken van visitatie en bereikten we concrete resultaten voor betere arbocuratieve samenwerking. Corona (en de gevolgen daarvan) speelde nog een grote rol en daarom publiceerden we de populaire leidraad 'Herstel & Re-integratie in het kielzog van COVID-19; Post-Acute gevolgen van SARS CoV-2 infectie (PASC)'.
Met het in november door de ALV goedgekeurde standpunt Overgang en werk liepen we voor de troepen uit, getuige de aandacht van NOS voor dit onderwerp eind mei 2022:
In het NVAB-jaarverslag 2021 lees je wat collega-bedrijfsartsen binnen de vereniging deden en welke onderwerpen we nog meer oppakten. Je kunt het verslag per deel lezen of het hele document downloaden:
Bron: Lees origineel bericht
Amsterdam UMC startte in samenwerking met de NVAB op 1 juni met nieuw onderzoek (gesubsidieerd door Instituut Gak) gericht op preventie en de-escalatie van arbeidsconflicten. In dit tweejarige project willen we samen met verschillende betrokkenen (werknemers, werkgevers, bedrijfsartsen, arbozorgprof..
Amsterdam UMC startte in samenwerking met de NVAB op 1 juni met nieuw onderzoek (gesubsidieerd door Instituut Gak) gericht op preventie en de-escalatie van arbeidsconflicten. In dit tweejarige project willen we samen met verschillende betrokkenen (werknemers, werkgevers, bedrijfsartsen, arbozorgprofessionals) onderzoeken hoe we
We betrekken hierbij verschillende perspectieven, waaronder professionals die vaak te maken hebben met arbeidsconflicten. Het perspectief van de bedrijfsarts mag hierin uiteraard niet ontbreken. Daarom zoeken wij een bedrijfsarts die zitting wil nemen in de begeleidingscommissie.
Bij deelname aan de begeleidingscommissie woon je gedurende het project 4x een bijeenkomst van maximaal 2u bij:
Vind je dit interessant en wil je graag bijdragen aan een gezonde omgang met arbeidsconflicten? Meld je dan via e-mail bij onderzoeker mw.dr. Trees Juurlink. Je kunt haar uiteraard ook vragen stellen over dit onderzoek.
Bron: Lees origineel bericht
Deze week is de achtste jaarlijkse Week van de RI&E. Een mooi moment om extra stil te staan bij het belang van een RI&E. Door ongevallen op het werk of beroepsziekten overlijden jaarlijks 4100 mensen en zitten tienduizenden mensen ziek thuis. De risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) en plan va..
Deze week is de achtste jaarlijkse Week van de RI&E. Een mooi moment om extra stil te staan bij het belang van een RI&E. Door ongevallen op het werk of beroepsziekten overlijden jaarlijks 4100 mensen en zitten tienduizenden mensen ziek thuis. De risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) en plan van aanpak helpt bij het in kaart brengen en verkleinen van arbeidsrisico’s.
Een bedrijfsongeval zit in een klein hoekje. De RI&E opent vaak letterlijk de ogen van een ondernemer en helpt zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving voor iedereen. Bedrijfsartsen zetten zich elke dag in voor werknemer en werkgever om gezond en veilig te kunnen werken en de voorwaarden daarvoor te scheppen. De informatie uit onder meer de RI&E helpt de werkgever te zien wat eventuele risico’s zijn en zijn arbobeleid daarop aan te passen. Richtinggevend daarbij is dat werk de gezondheid en daardoor maatschappelijk functioneren en toekomstig werk niet mag belemmeren.
Uit cijfers van van TNO in Arbobalans 2020 blijkt dat in 2014 naar eigen zeggen 46% van de bedrijven een RI&E uitvoerde. In 2019 groeide dat slechts naar 52%. Dus nog steeds heeft bijna de helft van de bedrijven geen RI&E. Terwijl dit instrument bedoeld is als het fundament voor de bedrijfsaanpak voor gezond en veilig werk. Ook merkt de Inspectie SZW op dat in een aanzienlijk deel van de geïnspecteerde RI&E’s niet alle relevante risico’s zijn geïnventariseerd.
Meer aandacht zoals met De Week van de RI&E is dus geen overbodige luxe. De Week van de RI&E is een initiatief van het Steunpunt RI&E en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In deze week vragen we extra aandacht voor veilig en gezond werken, waarbij de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) het startpunt is voor werkgevers om de veiligheids- en gezondheidsrisico’s binnen hun bedrijf goed in kaart te brengen. De RI&E is verplicht, en levert ook concrete handvatten op in de vorm van een plan van aanpak met maatregelen ter verbetering van de organisatie.
Bron: Lees origineel bericht
De risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) is al 25 jaar verplicht voor iedere ondernemer met medewerkers in dienst. Veel ondernemers weten dit niet. In de Week van de RI&E vragen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Steunpunt RI&E aandacht voor dit onderwerp. In de w..
De risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) is al 25 jaar verplicht voor iedere ondernemer met medewerkers in dienst. Veel ondernemers weten dit niet. In de Week van de RI&E vragen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Steunpunt RI&E aandacht voor dit onderwerp. In de week van 20 tot 24 juni initiëren ruim honderd organisaties activiteiten rond de RI&E. Daarnaast start er een campagne om ondernemers te wijzen op de verplichting en de nut en noodzaak van een RI&E.Bron: Lees originele bericht
PERSBERICHT
De meeste mensen herstellen vlot en volledig van een COVID-19 infectie. Veel mensen ondervinden echter langdurig klachten na COVID-19. Als deze klachten langer dan 12 weken aanhouden, spreken we van het Post-COVID Syndroom (PCS). De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat dat geldt voor ..
PERSBERICHT
De meeste mensen herstellen vlot en volledig van een COVID-19 infectie. Veel mensen ondervinden echter langdurig klachten na COVID-19. Als deze klachten langer dan 12 weken aanhouden, spreken we van het Post-COVID Syndroom (PCS). De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat dat geldt voor 10 tot 20% van de mensen die COVID-19 opliepen. Voor het snelste herstel is het belangrijk te voorkomen dat mensen te snel te veel doen. Door mensen te begeleiden vanaf een basisniveau aan inspanning. Dat basisniveau wordt bepaald door de hoeveelheid activiteiten die iemand op een slechte dag kan doen zonder een toename van klachten en symptomen. Vanaf daar kun je dan in kleine stapjes en vaak een traag tempo het basisniveau verhogen. Onder andere dit advies staat in de nu geactualiseerde leidraad ‘Herstel en re-integratie van werkenden met het Post-COVID Syndroom’ voor bedrijfsartsen, van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB).
Hoewel de meeste mensen goed herstellen van een COVID-19 infectie, houdt een aanzienlijk deel lang last van klachten. De symptomen en klachten variëren sterk. Voor zover onderzoeken nu laten zien, lijkt de afname van klachten het grootst tussen 4-12 weken na acute infectie of een positieve PCR test, en kleiner na 12 weken. Ook laten onderzoeken zien dat de infectie vaak grillig verloopt. Zo kan bijvoorbeeld sprake zijn van opvlammingen van het ziektebeeld of een terugval na re-integratie of toename van de activiteiten die mensen ondernemen. Wanneer de klachten aanhouden, kan er sprake zijn van PCS. Het is onduidelijk over hoeveel mensen het precies gaat doordat verschillende onderzoeken andere criteria gebruiken. Ook is onbekend waarom sommige mensen wel en sommigen geen PCS ontwikkelen. Wel zijn er risicofactoren, zoals een eerdere infectie met een ander virus waardoor een afweerreactie wordt gereactiveerd. Maar ook onderliggende chronische aandoeningen verhogen het risico op langer aanhoudende klachten en symptomen.
COVID-19 kan op veel plekken in het lichaam schade veroorzaken. Bovendien verschillen de klachten per persoon sterk: het is maar net welke schade bij jou het meeste klachten veroorzaakt. Zowel artsen en als mensen zelf willen graag snel activeren. Zodat ze zo snel mogelijk weer kunnen doen wat ze deden voor ze ziek werden. Bij PCS zorgt dat echter juist voor een groter risico op terugval, waardoor het herstel juist vertraagt. Het is alsof je een winkel met stormschade verbouwt terwijl deze ondertussen gewoon openblijft. Het dak lekt, de schappen zijn gebroken en de producten zijn stuk. De energie die je lichaam nodig heeft om dat allemaal te herstellen, bepaalt hoeveel je over hebt om normaal te functioneren.
Daarom is het belangrijk om gedoseerd en gebalanceerd actief te zijn. Oftewel: graag traag. Mensen met PCS hebben steun, begrip en geduld nodig, van zichzelf en van hun omgeving. Het doel van begeleiding door de bedrijfsarts is in eerste instantie het voorkomen van uitlokking van klachten en symptomen (vooral Post-Exertional-Malaise is berucht) en herstel van vertrouwen in het dagelijks functioneren. De NVAB adviseert bedrijfsartsen in de nieuwe versie van de leidraad ‘Herstel en re-integratie van werkenden met het Post-COVID Syndroom’ daarom eerst terug te gaan naar het basisniveau. Dat is de hoeveelheid activiteiten die iemand op een slechte dag kan doen zonder dat klachten en symptomen ontstaan. Van daaruit kan met zeer kleine stapjes een dagelijkse routine worden opgebouwd. Mensen hebben van nature de neiging om snel weer het oude ritme op te pakken. Maar bij PCS kan dat juist weer leiden tot een terugval. Door alleen op een goede dag maximaal 20 procent meer te doen dan het basisniveau, voorkom je dat. Deze kleine stapjes, die ook nog eens in een redelijk traag tempo verlopen, worden vaak als frustrerend ervaren, door werkenden zelf en hun omgeving. Totdat men merkt dat het echt werkt.
De NVAB vindt dat wederzijdse afstemming tussen behandelaars essentieel is voor goede zorg. Het optimaliseren van begeleiding en voorkomen van tegenstrijdige adviezen is de verantwoordelijkheid van de dokters. Mensen die toch met tegenstrijdige adviezen te maken krijgen, kunnen het best hun behandelaren vragen contact met elkaar op te nemen.
Bron: Lees origineel bericht
Uit eerder onderzoek bleek dat vroegtijdige inzet van arbeidsdeskundigen in het WVP-proces van meerwaarde is voor werknemer en werkgever doordat het onder meer bijdraagt aan het verkorten van de verzuimduur. Toch gebeurt het in de praktijk nog beperkt. Het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) wilde..
Uit eerder onderzoek bleek dat vroegtijdige inzet van arbeidsdeskundigen in het WVP-proces van meerwaarde is voor werknemer en werkgever doordat het onder meer bijdraagt aan het verkorten van de verzuimduur. Toch gebeurt het in de praktijk nog beperkt. Het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) wilde nagaan of deze meerwaarde daadwerkelijk vastgesteld kan worden. Daarom vroegen zij bedrijfsartsen naar hun mening over het eerder betrekken van een arbeidsdeskundige en onder welke omstandigheden dit meerwaarde heeft.
Uit een enquête onder NVAB-leden blijkt onder meer dat 57% van de respondenten vindt dat vroege arbeidsdeskundige inzet bijdraagt aan duurzame inzetbaarheid.
Download het volledige rapport 'AKC pilot vroegtijdig arbeidsdeskundig handelen'
Bron: Lees origineel bericht
Omdat de ARIE-regeling op een aantal punten moeilijk te handhaven was, is deze herzien en gekoppeld met de Omgevingswet. De herziene ARIE treedt op 1 januari 2023 in werking.
Omdat de ARIE-regeling op een aantal punten moeilijk te handhaven was, is deze herzien en gekoppeld met de Omgevingswet. De herziene ARIE treedt op 1 januari 2023 in werking.Bron: Lees originele bericht
Op vrijdag 3 juni is dr. Sylvia van der Burg officieel aangetreden als nieuwe hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringskunde (TBV). Zij volgt Wim Otto op die deze functie de afgelopen zes jaar vervulde. De wissel vond plaats tijdens de jaarlijkse retraite van redactie, vaste ..
Op vrijdag 3 juni is dr. Sylvia van der Burg officieel aangetreden als nieuwe hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringskunde (TBV). Zij volgt Wim Otto op die deze functie de afgelopen zes jaar vervulde. De wissel vond plaats tijdens de jaarlijkse retraite van redactie, vaste medewerkers, TBV-adviesraad en het dagelijks bestuur van de Stichting tot Bevordering der Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde (SBBV).
Sylvia van der Burg heeft, net als Wim Otto – een verzekeringsgeneeskundige achtergrond. Ze bekleedt diverse functies waaronder die van bijzonder hoogleraar Sociale Verzekeringsgeneeskunde aan het Coronel Instituut (Amsterdam UMC) en instituutsopleider verzekeringsarts (NSPOH). Ook is ze bestuurslid van het Kenniscentrum voor Verzekeringsgeneeskunde (KCVG) en de KNMG.
Tijdens een korte toespraak stelde ze dat ze in een gespreid bedje terecht komt. ‘Ik heb “ja” gezegd omdat er een goed team staat en ik samen met de adjunct hoofdredacteuren Bas Sorgdrager voor print en Joost van der Gulden voor online en de rest van het team de uitdaging graag aanga.’
Lees het volledige bericht op TBV-online
Foto: tbv-online.nl
Bron: Lees origineel bericht